- introduire
- introduire [ẽtrodŵier]I 〈overgankelijk werkwoord〉1 binnenbrengen ⇒ binnenleiden, binnenlaten, introduceren ⇒ 〈goederen〉 invoeren2 erin stoppen ⇒ erin brengen, erin steken ⇒ 〈energie〉 toevoeren3 invoeren ⇒ doorvoeren, ingang doen vinden4 〈iemand〉introduceren (bij iemand)♦voorbeelden:1 introduire qc. en fraude • iets het land binnensmokkelen2 〈computer〉 introduire les données • de gegevens invoeren, intoetsenintroduire un montant dans ses comptes • een bedrag op zijn rekening boeken3 introduire le doute • twijfel doen rijzen¶ 〈juridisch〉 introduire une instance • een zaak aanhangig makenII s'introduire 〈wederkerend werkwoord〉1 binnendringen ⇒ binnensluipen, zich toegang verschaffen2 geïntroduceerd worden3 ingevoerd worden ⇒ aanvaard worden, ingang vinden1. v1) binnenbrengen, binnenleiden2) invoeren3) erin stoppen, erin steken4) introduceren [bij iemand]2. s'introduirev1) binnendringen, binnensluipen2) geïntroduceerd worden3) ingevoerd worden
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.